MIA 2e editie – Executive perspectief
Jef Bergsma – Enterprise Architect, Architetuur filosoof
Executive samenvatting
MIA is een stuurraamwerk dat besluiten, uitvoering en verantwoording organiseert rond informatie in plaats van rond tools of losse processtappen. Het legt de identiteit, context en relaties van informatie vast in informatieobjecten en verankert besluitvorming in informatieposities die herleidbaar, reproduceerbaar en herbruikbaar zijn. Resultaat: snellere, uitlegbare en rechtmatige besluitvorming met aantoonbare publieke waarde.
1. Wat is MIA (executive)
Kernbegrippen
Informatieobject: samenhangende eenheid van informatie met bron, context, definities en toepassingsregels.
Informatiepositie: betekenisvolle, reproduceerbare set informatie op een moment dat er toe doet (toets, overdracht, besluit).
Informatietoestand: de samenhang van alle relevante posities op een moment; anker voor verantwoording en duurzaam hergebruik.
Ontwerpprincipe: werk met bronregistratie en verwijzend hergebruik in plaats van kopiëren. Context en herkomst reizen altijd mee.
Sturing: richtvraag wordt leidend: “Welke informatie moet onbetwistbaar zijn om dit besluit verantwoord te nemen?”
2. Welk probleem lost MIA op
Fragmentatie en zoeklast: informatie zit verspreid over afdelingen, ketens en applicaties; context en versies divergeren.
Spanningsdriehoek: openbaarheid (Woo), bescherming (AVG) en duurzame toegankelijkheid (Archiefwet/DUTO) botsen zonder samenhang.
Proces-fetisjisme: doelmatiger processen leveren niet automatisch betere besluiten; zonder herleidbare informatie blijft het reconstrueren.
Bestuurlijke risico’s: trage TTF/TTA, inconsistentie, reconstructiewerk bij audits, privacy-incidenten, reputatieschade.
MIA pakt de oorzaak aan: niet repareren per component, maar informatie-identiteit, context en relaties organisatie- én ketenbreed borgen.
3. Waardepropositie en voordelen
Direct voor bestuur en lijn
Snelheid met zorgvuldigheid: lagere TTF/TTA/TTPub door vindbare, complete en contextvolle informatie.
Uitlegbaar en rechtmatig: informatieposities vormen de audit‑klare onderbouwing van besluiten; motivering en herkomst zijn zichtbaar.
Minder risico en lock‑in: bron‑gebaseerde ontsluiting, model‑governance en uitzonderingenregister beperken schaduwprocessen en vendor lock‑in.
Continuïteit van handelen: informatiesoevereiniteit, exit‑gereedheid en lagere MTTR bij verstoringen.
Hoger hergebruik: minder dubbel werk en minder kopieën; % antwoorden uit bron omhoog.
4. Bestuurlijke principes en ontwerpkeuzes
Te bekrachtigen door het MT/Bestuur
Sturen op informatie: beslisinformatie als primair object; proces volgt informatie.
Bronprincipe: registreren bij de bron en elders verwijzend hergebruiken.
Openbaar, tenzij: open‑by‑design met begrensde, gemotiveerde uitzonderingen.
Informatiesoevereiniteit: de organisatie behoudt zeggenschap over betekenis, toegang en continuïteit van informatie, ook in ketens en bij leveranciers.
Toetsbaar en uitlegbaar: expliciete semantiek, beslisregels en relaties; audit trail en besluitregister als standaardvoorzieningen.
DUTO/MDTO‑conform: duurzame toegankelijkheid en eenduidige metadata als randvoorwaarde.
Bestuurlijke verankering: koppel principes aan het ROB‑wegingskader: mag het (rechtmatigheid), willen we het (publieke waarden), werkt het (doenbaarheid).
5. KPI’s en streefwaarden
Time‑To‑Find (TTF): −50% binnen 6 maanden in geselecteerde dossiers.
Time‑To‑Answer (TTA): −30% door herleidbare informatieposities.
Time‑To‑Publish (TTPub): −40% bij actieve openbaarmaking.
% antwoorden uit bron: +30% door verwijzend hergebruik.
MTTR bij informatieverstoringen: −25% door soevereiniteit en exit‑gereedheid.
Audit‑inspanning per besluit: −30% door standaard audit trail en besluitregister.
6. Governance en compliance
Uitzonderingenregister: elke afwijking op openbaarheid, bewaartermijn of hergebruik wordt gemotiveerd en beperkt in tijd.
Model‑governance: eigenaarschap van begrippen, regels en metadata; wijzigingsbeheer met impactanalyse.
FG en CISO: vroeg in ontwerp; privacy‑by‑design en security‑by‑design aantoonbaar bij elke informatiepositie.
Leveranciersafhankelijkheid: contractueel borgen van dataportabiliteit, semantische export en beëindigingsscenario’s.
7. Waarom nu
Urgentie: publieke rapporten tonen structurele frictie in informatiehuishouding; procesoptimalisatie zonder informatie‑sturing is uitgewerkt.
Synergie met lopende programma’s: Open Overheid, Open op Orde, Datagedreven Werken. MIA levert het informatiekundige fundament.
Risico‑reductie: beter zicht op grondslagen, toepassingsregels en relaties verkleint de kans op fouten en versnelt correctie.
8. Aanpak in 90 dagen (proof‑by‑doing)
Besluit: MT bekrachtigt principes en scope van een pilotdomein (bijv. vergunningen of subsidies).
Begrippen en informatieobjecten: definieer 10–15 kernobjecten met bron, context en regels; publiceer in de informatiecatalogus.
Besluitregister + audit trail: activeer als generieke voorzieningen.
Verwijzend hergebruik: stop structureel met kopiëren in het gekozen domein; richt bronverwijzingen in.
Openbaar, tenzij: publiceer 3 voorbeeld‑informatieposities met motivering van eventuele uitzonderingen.
Meetset: start nulmeting TTF/TTA/TTPub, % antwoorden uit bron, auditinspanning.
Opschalen: evalueer na 90 dagen; breid uit naar aangrenzende processen en ketenpartners.
9. Beslispunten voor het MT
Kiezen voor MIA als stuurraamwerk voor digitalisering en informatieverwerking.
Bekrachtigen van de principes uit §4 en het gebruik van informatieobjecten/‑posities als standaard.
Inrichten van informatiecatalogus, besluitregister, audit trail en uitzonderingenregister als generieke voorzieningen.
Aanwijzen van een bestuurlijk eigenaar voor model‑governance en informatiesoevereiniteit.
Starten van een 90‑dagen pilot met meetbare KPI’s en opschaalpad.
Bijlage A – begrippen (compact)
Informatieobject: container die gegevens + context bundelt en zelfstandig betekenisvol is.
Informatiepositie: vastgelegde, reproduceerbare stand van relevante informatie op een betekenisvol moment.
Informatietoestand: de totale semantische stand van zaken over een onderwerp op een tijdstip; omvat alle posities.
Informatiesoevereiniteit: de capaciteit om blijvend te beschikken over eigen informatie en de betekenis daarvan, onafhankelijk van tooling of leveranciers.