Eindoordeel
Digitalisering krijgt bij het CDA een duidelijke, economisch-strategische plaats met Europese soevereiniteit als kern, maar de publieke-waardekant (rechten, toegankelijkheid, algoritmische rechtsbescherming, informatiehuishouding) is minder uitgewerkt.
Daarmee is het ambitieus op digitale soevereiniteit en AI-innovatie, maar te mager op harde publieke-waardekaders en de leercyclus die uitvoering en verantwoording echt beter maakt.
Sterk is de aandacht voor Europese autonomie (cloud/chips/datacenters), regie via AI-commissaris, digitale vaardigheden en mediawijsheid in onderwijs, stevige lijn tegen schadelijke platformpraktijken.
Wat ontbreekt is de expliciete leercirkel, concrete normen voor toegankelijkheid en algoritmische rechtsbescherming, generieke “open, tenzij”-architectuur met open standaarden + exit-kaders en selectievere, persistentiewaardige informatie-bewaring voor verantwoording.
Hieronder staat de beoordeling van het CDA Verkiezingsprogramma op het thema digitalisering. Ik hanteer hetzelfde toetsingskader zoals ook voor de andere verkiezingsprogramma’s, spiegel aan Dwars door de orde en kijk vanuit mijn MIA-perspectief.
A. Visie, rol en leercyclus
Het CDA benoemt digitalisering expliciet als strategisch thema binnen “Nieuwe technologieën en kunstmatige intelligentie”. De partij koppelt AI aan verdienvermogen, wetenschap en geopolitiek, en kiest voor een Europees-autonome koers (eigen cloud, chips, datacenters) met een AI-commissaris voor regie en samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en onderwijs. Dat is een herkenbare visielijn met richting en schaal.
Wat ontbreekt, is een expliciete leercyclus zoals Dwars Door de Orde bepleit: het programma leert wél lessen (“minder afhankelijk van Big Tech”, “regie versterken”), maar maakt niet concreet hoe beleid cyclisch wordt ontworpen, getest, geëvalueerd en bijgestuurd met open feedback-lussen. Er wordt ook niet naar Dwars Door de Orde verwezen; een gemiste kans om de “P-D-C-A”-aanpak te verankeren in wet- en regelgeving en toezicht.
B. Rechten, inclusie en toegankelijkheid
Sterk is dat het CDA digitale vaardigheden als kernonderdeel van het primair onderwijs benoemt (naast taal, lezen en rekenen) en mediawijsheid onderstreept. Ook op kindbescherming online is de toon stevig: richtlijnen voor ouders en scholen, verplichtende leeftijdsverificatie voor bepaalde apps, aanpak van finfluencers en in-game aankopen en socialemediakanalen onder het Kijkwijzer-regime.
Wat ontbreekt zijn concrete normen voor toegankelijkheid en borging van digitale grondrechten voorbij de algemene intentie (“digitale rechten beter in de wet verankeren”). Dat maakt de belofte afhankelijk van latere uitwerking.
C. Informatiehuishouding en openbaarheid
Het programma wil de WOO efficiënter maken door vooraf te bepalen wat openbaar moet en conceptteksten uit te zonderen tot aan de besluitvorming. Dat is een vorm van selectief persisteren en kan de uitvoeringslast verlagen. Het vraagt wel om waarborgen dat openbaarheid, archivering en verantwoording niet verschralen — juist in het licht van Dwars Door de Orde, waar transparantie als cruciaal wordt gezien om “leren” mogelijk te maken. Er is weinig over informatie-architectuur, lifecycle van data en selectief, persistentiewaardig bewaren voor hergebruik en publieke verantwoording.
D. AI en geautomatiseerde besluitvorming
De CDA-lijn kent een tweesporen strategie: (1) innovatie/vermogen (GPT-NL, AI-fabriek, Europese datacenters) én (2) waarborgen/capaciteit (ethiek, onderwijs, cyberveiligheid).
AI wordt ook genoemd als uitvoeringsversneller (vergunningsprocedures, belastingaangifte).
Wat ontbreekt zijn concrete kaders voor uitlegbaarheid, toetsing, mensen-in-de-loop en bezwaar/beroep bij algoritmische besluitvorming in de publieke sector. Een publiek algoritmeregister of verplichte ex-ante/periodieke impactbeoordeling voor hoog-risico-systemen wordt niet genoemd. Daarmee blijft de waarborging van rechtsbescherming impliciet.
E. Veiligheid en weerbaarheid (maatschappijbreed)
De partij zet in op weerbaarheid tegen desinformatie (de EU-Digital Services Act aanscherpen, platforms (tijdelijk) offline bij grove schendingen, default privacy-vriendelijke instellingen. Ook oefenen voor samenlevingsbrede scenario’s zoals digitale verstoringen en black-outs, heeft aandacht. Voor jongeren ziet het CDA duidelijke grenzen aan smartphones/sociale media op school en daarbuiten. Dit is coherent beleid op digitale hygiëne en platformverantwoordelijkheid.
Minder uitgewerkt zijn minimumnormen voor basis-cyberhygiëne (voor burgers/bedrijven), incidentmeldplichten voor vitale sectoren .
F. Macht, afhankelijkheden en soevereiniteit
Hier is het CDA het meest uitgesproken: digitale autonomie via Europese cloud, chips, datacenters. Bescherming van essentiële bedrijven tegen extraterritoriale beperkingen en minder Big Tech-afhankelijkheid. Versterking van de Europese handhaving richting platforms. Dit sluit allemaal sterk aan op de zorg over economische machtsconcentratie en afhankelijkheid.
Wat nog scherper kan: kaders voor vendor-lock-in-preventie (open standaarden + portabiliteit + exit-plannen) als harde eis bij overheids- en zorg-ICT.
G. Openheid, standaarden en ontwerpprincipes
Positief is dat voor de zorg een Nationaal Zorgplatform aangekondigd wordt met open standaarden en afdwingbare afspraken en opleidingen die aandacht besteden aan technologie en AI. Dat is een duidelijke keuze voor interoperabiliteit.
Breder over de overheid mis ik echter een generieke “open, tenzij”-lijn (open standaarden, open interfaces, en — waar passend — open source tenzij), by-design-principes (privacy/ethiek/security-by-design) en toegankelijkheid-by-default. Daarmee blijft het risico bestaan dat autonomie-ambities alsnog stranden op propriëtaire silo’s.
H. Uitvoerbaarheid, toezicht en adaptiviteit
Het programma kiest voor regeldrukreductie, horizonbepalingen bij wet en regelgeving en inzet van AI om vergunningen te versnellen. Het CDA wil digitale rechten wettelijk borgen en bij platforms strakker handhaven. Dat wijst richting uitvoerbaarheid.
Wat ik mis — in de geest van Dwars Door de Orde — is het expliciet regelen van feedback-lussen met verplichte evaluaties en publieke rapportage, structureel gebruik van onafhankelijke toetsing (ethiek/veiligheid) en duidelijke escalaties als systemen (weer) schade veroorzaken. Ook selectief, persistentiewaardig bewaren van informatie voor audit en verantwoording wordt niet als ontwerpprincipe benoemd.
Financiering
De digitale agenda is deels verweven met economische hoofdstukken (Groeifonds voor sleuteltechnologieën/AI, investeringen in chips en Europese datacenters) en met zorg-digitalisering (Nationaal Zorgplatform). De bron en omvang van structurele middelen voor de brede digitale transformatie (inclusief onderwijs, toegankelijkheid, toezicht, onafhankelijke expertise) is echter niet gekwantificeerd. Financiering oogt plausibel maar diffuus—veel hangt af van het Groeifonds en Europese co-financiering. Dat maakt het realiteitsgehalte afhankelijk van toekomstige begrotingsruimte en EU-programma’s.
Conclusie: Ambitieus op digitale soevereiniteit en AI-innovatie, maar te mager op harde publieke-waardekaders en de door Dwars Door de Orde aanbevolen leercyclus die uitvoering en verantwoording echt beter maakt.
Zie ook:
- Analyse van het Verkiezingsprogramma van NSC
- Analyse van het Verkiezingsprogramma van VVD
- Analyse van het Verkiezingsprogramma van GroenLinks-PvdA
- Analyse van het verkiezingsprogramma van PVV
- Analyse van het verkiezingsprogramma van BBB.
- Analyse van het verkiezingsprogramma van CU
- Analyse van het verkiezingsprogramma CDA