Waarom MIA nodig is – nú

In de afgelopen 10–20 jaar heb ik de digitale overheid van dichtbij zien veranderen. Mooie ambities, harde inzet, maar ook één rode draad: we bouwen verder op een fundament dat niet meer past bij de samenleving waarvoor we het doen. Daarom ben ik begonnen aan een visie op informatiearchitectuur: hoe richten we onze informatiehuishouding zó in, dat ze mens, rechtsstaat en digitale werkelijkheid tegelijk recht doet?

Zolang we de digitale overheid bouwen als een optelsom van systemen en projecten, blijft de burger gevangen in een informatie-orde die niemand echt bestuurt.

Bij het uitwerken van MIA 2e editie wilde ik mijn visie integreren in de werkelijkheid. Ik zocht naar publieke, gezaghebbende analyses als fundament. Die zijn er. De rapporten Staat van de Uitvoering 2022–2025 en Dwars door de Orde laten haarscherp zien waar het wringt: complexe regelgeving, gebrekkige gegevensuitwisseling, versnipperde regie, dalend vertrouwen, afhankelijkheid van buitenlandse tech en een digitale overheid die bestuurbaarheid onder druk zet.

Die rapporten vertellen in feite één verhaal: de overheid is digitaal nog niet “op orde”, maar we weten wél waar het fout gaat en welke kant het op moet. Ze vragen om een fundamentele systeemoplossing, niet om nog meer pleisters op verouderde IT en procedures. Zonder ingrijpen groeien de problemen sneller dan we ze kunnen repareren; met ingrijpen praten we over een transitie van minstens een decennium.

Precies daar positioneert MIA zich. Moderne Informatie-architectuur gaat niet over “het volgende project” of “het volgende platform”, maar over de vraag: welke informatie moet in welke context onbetwistbaar zijn om rechtvaardig en doelmatig te kunnen handelen? Vanuit die vraag verschuift MIA de aandacht van systemen en organisaties naar informatie-objecten, informatie-posities en de relaties ertussen. Het biedt een denkkader waarin wetgeving, beleid, uitvoering en technologie elkaar eindelijk in dezelfde taal kunnen aanspreken.

Concreet betekent dat:

  • van incidentele fixes naar een samenhangend ontwerp van de informatiehuishouding;
  • van autonome eilanden naar gedeelde principes, voorzieningen en standaarden voor gegevensdeling;
  • van “procedure gevolgd” naar: is de burger daadwerkelijk geholpen, en kunnen we dat laten zien in onze informatie?

MIA is daarmee geen nieuw beleidsdocument, maar een architectuur-filosofisch kompas: het verbindt de analyses uit Staat van de Uitvoering en Dwars door de Orde met concrete handvatten voor ontwerp, governance en verantwoording. Het helpt bestuurders, architecten en uitvoerders om niet óf naar techniek, óf naar regels, óf naar mensen te kijken, maar naar het geheel van informatie waarop al dat handelen rust.

Moderne Informatie-architectuur is geen nieuw IT-project, maar een kompas: het dwingt ons eerst de juiste informatie-orde te ontwerpen en pas daarna techniek te kiezen.

In een apart achtergrondstuk heb ik de rapporten 2022–2025 en Dwars door de Orde naast elkaar gelegd en verbonden met MIA. Wie wil zien hoe stevig de onderliggende analyse is, vindt daar de volledige uitwerking (link in de comments).

Mijn hoop: dat we MIA gebruiken om de komende tien jaar niet alleen IT-systemen te vernieuwen, maar het gesprek zélf te veranderen – van “welke applicatie kopen we?” naar “welke informatie-orde hebben we nodig om weer een responsieve, betrouwbare overheid te zijn?”.