Data vraagt om een applicatie waarmee het gepersisteerd en ontsloten kan worden zoals hier beschreven. Architectuur geeft richting aan de applicatie inrichting. Daarmee moeten de basis functionaliteiten vormgegeven kunnen worden in de context van de geldende architectuur principes. Factoren als complexiteit en omvang van de data, gewenste flexibiliteit in het gebruik, wet en regelgeving zoals de AVG bepalen de applicatie voorkeuren.
De applicatie architectuur kent een parallel met de ontwikkeling van de IVO (Informatie Verwerkende Organisatie). Naar mate de organisatie zich verder ontwikkeld als een IVO wordt het handmatige verwerken van data steeds problematischer. Een geautomatiseerd productiebedrijf met een ondersteunende informatievoorziening kan nog goed met een handmatige koppeling tussen de administratieve systemen en de productiesystemen. Naar mate de productie meer bepaald of zelfs gevormd wordt door de informatie worden de risico’s groter en een verdere automatisering noodzakelijk.